maandag 28 januari 2013

Slotblog: Zelfevaluatie

Hier is dan ook mijn slotblog, zij het ietwat verlaat door omstandigheden. Laat ik dan maar het eeuwenoude cliché ‘beter laat dan nooit’ aanhalen, want wat is een slotblog zonder clichés? Zegt u het maar. Deze blog vormt de afsluiting van de cursus Beeldcultuur.  Hierin evalueer ik in hoeverre ik de gestelde leerdoelen heb bereikt, en welke blogs hieraan hebben bijgedragen. Het gaat hierbij om het verkrijgen van kennis en inzicht en het toepassen daarvan, de mate van oordeelsvorming, de mate van communicatie en mijn leervaardigheden.

Kennis en inzicht en het toepassen daarvan
In mijn blogs heb ik mijn kennis en inzicht van de verscheidene onderwerpen uit de cursus aangetoond. Zo behandel ik in blog 3 de semiotiek. Hierbij pas ik nieuwe inzichten toe die niet in de cursus behandeld zijn, maar er die je er evengoed op terug kan voeren. C.S. Peirce en zijn beschrijving van Firstness, Secondness en Thirdness kwam bijvoorbeeld in het college aan bod, en ik heb dit kunnen linken aan stellingen van Saussure uit de linguïstiek. Op die manier werd duidelijk dat er een overeenkomst is wat betreft de relatie tussen het teken en het object op het gebied van beeld en taal. De relatie tussen teken en object kwam vervolgens weer terug in blog 4, waarbij ik een semiotische analyse heb uitgevoerd. Door de iconische, indexicale en symbolische relatie te onderzoeken beschrijf ik hoe een beeld meer kan zijn dan slechts een beeld, dat het invloed kan hebben op de wereld. Hiermee heb ik het interactieve proces van betekenisvorming weergegeven, met de foto van de brandende monnik als teken, de gebeurtenis in Vietnam in 1963 als werkelijkheid en de westerse bevolking als de interpretant die de foto betekenis heeft gegeven. Het gold voor mensen als een overtuiging dat de gang van zaken in Vietnam niet door de beugel kon, en daardoor kwam de foto hiervoor symbool te staan. Inmiddels is de foto ons zo gewoon geworden dat we het beeld onmiddellijk associëren met een betekenis van verzet, wat natuurlijk de reden is dat Rage Against the Machine (oftewel woede/verzet tegen de machine/de gevestigde orde) de afbeelding als albumhoes gebruikt.

In blogs 5 en 6 bespreek ik enkele filmtechnieken, zoals beeld, montage en geluid. Ik beschrijf hoe deze elementen tot een betekeniseffect kunnen leiden bij de kijker. In blog 6 pas ik dit toe op een scène uit Inception, waar er met name door middel van montage de illusie wordt gecreëerd dat twee verschillende plaatsen met elkaar verbonden zijn. Dit gebeurd bijvoorbeeld door het toepassen van slow-motion, of het inzoomen op het gezicht van een karakter dat in beide instanties voorkomt.

De narratologie met de begrippen fabel, sujet en style komt terug in blog 7 en 8. In blog 7 behandel ik de drie verschillende vertelwijzen. In blog 8 analyseer ik hoe in de parametrische vertelwijze (de minst voorkomende van de drie) de elementen fabel, sujet en style zich tot elkaar verhouden. Ik laat daarbij zien hoe het met behulp van style en sujet mogelijk is bij de kijker al een betekenisvorming over de fabel te laten ontstaan voordat de film daadwerkelijk begonnen is.

In de blogs 9 en 10 behandel ik wanneer de betekenis die iemand aan iets geeft correct is, oftewel: wanneer een interpretatie legitiem is. Om dit te illustreren voer ik zelf een interpretatie uit van de complexe film The Fountain. Daarna bekijk ik bij welke opvattingen over legitimiteit mijn interpretatie als legitiem kan worden beschouwd, teneinde het verschil tussen deze opvattingen te laten zien. Dit verschil is gebaseerd op de vraag of mijn interpretatie een reflectie is van de werkelijke betekenis of slechts een reproductie. De eerste opvatting zegt dat de legitieme interpretatie een reflectie is van de bedoeling van de auteur, de tweede opvatting zegt dat het werk doorslaggevend is, en de derde opvatting zegt dat het werk de elementen levert voor jouw eigen reproductie van de betekenis. Omdat de filmmaker Darren Aronofsky in het geval van The Fountain zijn bedoelingen niet openbaar gemaakt heeft, is mijn interpretatie geen reflectie daarvan maar een reproductie. Het bestaat immers uit mijn eigen inzichten.

In de blogs 11, 12 en 13 komen hedendaagse aspecten van Beeldcultuur aan bod. Zo behandel ik hoe onze samenleving steeds meer 3.0 wordt, oftewel dynamischer en met meer interactie, door te kijken naar nieuwe mogelijkheden in distributie en storytelling. Hierbij haal ik het voorbeeld van 18 Days of Egypt aan, een documentaire die als het ware door de mensen zelf wordt gecreëerd. Ik geef hierbij een link naar een presentatie gelijkend aan een TED talk, waarin het interessante project verder wordt uitgelegd. De 3.0 manier van storytelling wordt verder uitgewerkt in blog 13, waarbij ik aan de hand van voorbeelden de verschillende non-lineaire vertelwijzen in de media.

Oordeelsvorming
Omdat de cursus Beeldcultuur vrij veel verschilt van de opleiding Communicatie die ik ‘normaalgesproken’ doe, ben ik in contact gekomen met erg veel inzichten die voor mij nieuw waren. Ik ben ervan overtuigd dit de rest van mijn leven mee te dragen. Zo kan ik bijvoorbeeld geen film meer zien zonder het Kuleshov effect te herkennen. En bij iedere interpretatie die ik maak spelen de opvattingen over legitimiteit in mijn achterhoofd mee. De cursus heeft dus ongetwijfeld mijn oordeelsvorming beïnvloed.

Wat betreft het geven van feedback tijdens de cursus ondervond ik toch wat problemen. Ten eerste omdat ik vrijwel geen van mijn klasgenoten kende. Ik heb blogs van anderen gelezen, maar vaak had ik dan geen idee bij welk van de gezichten die ik maandag tijdens de colleges zag deze hoorden. Op de een of andere manier is het dan toch intimiderend om een evaluerende reactie te plaatsen. Nu ben ik sowieso een freak op het gebied van getypte reacties; ik lees het tien keer door en pas het vervolgens nog eens tien keer aan totdat er precies staat wat ik wil zeggen in de woorden waarmee ik het wil zeggen. Misschien dat dit voortkomt uit een wens naar optimale zelfrepresentatie. Het zorgt er echter wel voor dat ik me niet helemaal op mijn gemak voel terwijl ik feedback geef. Daarbij kwam dat dit voor mij ook allemaal nieuw was, en ik dus niet zeker wist of mijn feedback wel of niet in de goede richting zat. Wel heb ik met twee klasgenoten, Marlou en Koen, gesproken over wat we wel en niet goed vonden gaan in onze blogs en die van anderen. Op die manier heb ik toch wat feedback kunnen geven en ontvangen, al is de manier waarop wellicht minder digitaal dan in de cursus verlangt wordt.

Communicatie
Voor zover ik weet is mijn taalgebruik duidelijk en makkelijk leesbaar. Ik probeer mijn zinnen zo helder mogelijk te houden, zodat het punt dat ik wil maken goed overkomt. Met presenteren heb ik doorgaans iets meer moeite vanwege de zenuwen, maar ik had het idee dat ik het er tijdens mijn presentatie voor deze cursus best behoorlijk vanaf bracht. Steekpunten waren hierbij verstaanbaar te praten en goed de zaal in te kijken. Ik gaf mijn presentatie na het schrijven van blog 7, en de inhoud ervan vormde later de basis voor blog 8. In de presentatie voerde ik een syntagmatische analyse uit van de titel sequentie van de film The Girl with the Dragon Tattoo, waarbij ik aan de hand van enkele screenshots beschreef hoe de kijker door middel van style en sujet in contact komt met de fabel van de film. Ik had dit fragment gekozen omdat het een goed voorbeeld was van de parametrische vertelwijze, die volgens het college het minst voorkomend was. Voorafgaand aan de presentatie was ik bang dat dit een verkeerde invulling van de opdracht was, maar uit de feedback bleek gelukkig dat ik het toch goed had gedaan, wat natuurlijk als een hele opluchting gold. Een minpunt was dat door de zwakke beamer en het lichte lokaal de donkere screenshots soms niet goed te zien waren, waardoor mijn verhaal iets van zijn kracht verloor. Gelukkig had ik hier in de blog zelf geen last van, waardoor men het achteraf alsnog kon bekijken.

Leerdoelen
Door middel van de blogs en de presentatie ben ik actief bezig geweest met de stof, waardoor ik het beter in me opgenomen heb dan ik anders zou hebben gedaan. Dit komt omdat ik werd gestimuleerd om erover na te denken, kritisch te zijn en zelf met aanvullingen te komen. Bovendien leerde ik door middel van de analyses de verworven kennis toe te passen op een eigen voorbeeld. Met het academische gedeelte was ik al grotendeels bekend vanuit mijn opleiding communicatie, waardoor ik vanaf het begin mijn bronverwijzing volgens een academisch format, de APA style, heb gedaan. Ook de academische houding ten opzichte van de stof komt naar mijn mening in mijn blogs naar voren.

Conclusie
Omdat ik in het begin van de cursus te horen kregen dat toekomstige studenten die dit vak wellicht willen gaan doen naar mijn blog verwezen zouden worden, heb ik geprobeerd een zo accuraat mogelijke weergave te geven van de inhoud van de colleges. Daarbij heb ik ook getracht nieuwe invalshoeken en voorbeelden te geven, om zo actief met de stof bezig te zijn en mijn eigen inbreng te laten gelden. Ook heb ik hierbij altijd een hyperlink in de blog geïntegreerd, zodat mensen het verder uit kunnen zoeken als ze geïnteresseerd of nieuwsgierig zijn. Mijn taalgebruik is mijns inziens accuraat en adequaat. Alleen op het gebied van de communicatie schortte het aan de feedback. Al met al denk ik dat ik erin ben geslaagd me de stof eigen te maken. Op basis van mijn werk zou ik mezelf daarom het cijfer 8 geven.

zondag 9 december 2012

Storytelling via meerdere kanalen

Voor het laatste college beeldcultuur werd de normale gang van zaken opgeschut. Het was niet Hans van Driel die voor de klas stond, maar Hille van der Kaa. Zij kwam een gastcollege geven over transmedialiteit. Wat dit inhoudt en wat zij hier over te vertellen had komt in deze blog aan bod.

In het college van 03-12-2012 lag de focus op storytelling, oftewel het vertellen van verhalen. De standaard storytelling methode was lineair. Deze wijze is het meest rechttoe rechtaan. Het verhaal begint bij het begin en eindigt bij het einde. Tegenwoordig steekt de non-lineaire vertelwijze regelmatig de kop op. Hierbij lopen de verschillende verhaallijnen niet chronologisch, maar door elkaar heen. Een goed voorbeeld van een film met deze vertelwijze is The Fountain, welke in blog 10 aan bod is gekomen. Naast films kan de non-lineaire manier van vertellen ook toegepast worden op media als geheel.


De TouchDoc Money & speed op de iPad.
Cross-mediaal
In dit geval ligt het non-lineaire erin dat een verhaal verteld wordt met verschillende media. Er zijn twee typen te onderscheiden: cross-mediale en transmediale storytelling. In het geval van cross-mediale storytelling wordt door alle media hetzelfde verhaal verteld. Door de ene vorm van media actief te gebruiken kan het een aanvulling vormen voor de andere media. Een goed voorbeeld hiervan is de interactieve documentaire Money & speed: Inside the black box. Deze 50 minuten durende documentaire over de geautomatiseerde financiële wereld werd op 31 januari 2011 uitgezonden door de VPRO. De documentaire was echter ook op een medium beschikbaar: de iPad. Money & speed is een zogeheten TouchDoc. Dit betekent dat kijkers tijdens het kijken op hun iPad de data verder kunnen verkennen door erop te klikken. Zo wordt als het ware hetzelfde verhaal verteld over meerdere media, waarbij de mogelijkheden van de iPad een aanvulling vormen voor de televisie uitzending.


Transmediaal
Naast cross-mediale storytelling bestaat er transmediale storytelling. Transmediaal verhalen vertellen is anders, omdat de verschillende media hier niet hetzelfde verhaal vertellen. Normaliter gaat het hier om een wereld die uitgebreid wordt door middel van verhalen uit andere media. Een goed voorbeeld is de Star Wars franchise. Het begon met films, maar later volgden er boeken, strips, videospellen, bordspellen etc. Door deze andere mediavormen werd de wereld van Star Wars zo groot dat het een eigen naam heeft gekregen: The Expanded Universe. Fans kunnen door middel van de andere media meer te weten komen over The Expanded Universe, wat hun ervaring tijdens het (waarschijnlijk opnieuw) kijken van de films kan versterken. Een voorbeeld van transmediale storytelling in het Star Wars universum is de animatieserie Star Wars: The Clone Wars. 




Zoals de cross-mediale en transmediale vormen van verhalen laten zien, biedt de Digital Age waarin we nu leven een tal van mogelijkheden op het gebied van storytelling. Het geeft de toeschouwer de kans om dieper in de dingen die ze interessant of vermakelijk vinden te duiken. En als iemand die erg betrokken kan zijn van iets waar ik van geniet kan ik dat alleen maar toejuichen.

Referenties:
  • Van der Kaa, H. (2012, 3 december). Gastcollege Beeldcultuur.  
  

zondag 2 december 2012

De mogelijkheden van de digitale samenleving

Over de laatste decennia is onze samenleving flink veranderd. Zo was er de opkomst van technologie, wat steeds meer terugkwam in het leven van mensen. Nu wordt er zelfs vaak gesproken van een digitale samenleving. Deze veranderingen hebben ook effect gehad op de beeldcultuur, en dat is waar deze blog over gaat.


De 3.0 samenleving
In voorgaande blogs kwam het begrip ‘samenleving’ al enkele keren terug. In blog 1 is bijvoorbeeld vastgesteld dat er in het verleden sprake was van een 1.0 situatie. Hierbij vindt er een top-down overdracht van informatie plaats van instituties naar individuen. Het wordt ook wel het mechanistische wereldbeeld genoemd. Tegenwoordig leven we echter in een 3.0 samenleving, of post-modern wereldbeeld. In plaats van louter top-down is er nu ook de mogelijkheid tot bottom-up overdracht. En daar stopt het niet: er vindt interactie plaats tussen de institutie en de deelnemers, en de deelnemers onderling. Het eenrichtingsverkeer is geëvolueerd naar interactie en multimedialiteit (Van Driel, hoorcollege 26-11-2012). Figuur 1 is het schema uit blog 1 waarmee het verschil tussen de 1.0 en 3.0 samenleving wordt verbeeld.

Figuur 1: De ontwikkeling van samenleving 1.0 naar 3.0. (Derksen, M. in: Van den Hoff, R., 2011)

Distributiemogelijkheden
De overgang van een 1.0 samenleving naar een 3.0 samenleving zorgt voor veranderingen op verschillende gebieden. Van Driel haalde in zijn college bijvoorbeeld het voorbeeld van muziekdistributie aan. Vroeger werd dit gedaan door de platenlabels, maar tegenwoordig komt het steeds vaker voor dat artiesten hun muziek zelf produceren en distribueren, bijvoorbeeld door middel van elektronische albums. Dit maakt het makkelijker voor onbekende bands om hun muziek te verkopen. Een voorbeeld is Gallowbraid, een folk metal band van muzikant Jake Rogers. Hij regelt de distributie van zijn EP Ashen Eilodon via zijn Facebook pagina. Hier kunnen mensen hem mailen als ze de EP willen bestellen. De betaling verloopt vervolgens via PayPal. Maar er zijn ook bekendere bands die gebruik maken van de 3.0 mogelijkheden. Radiohead nam bijvoorbeeld in 2011 het album King of Limbs op zonder de hulp van een platenlabel. Ze gaven het vervolgens uit op hun website waar mensen het konden downloaden.

Deze nieuwe manier van distributie heeft zich niet enkel genesteld in de muziekwereld, ook in andere vormen van entertainment begin men er de waarde van in te zien. Zo zijn er talloze schrijvers die hun boeken zelf (digitaal) uitgeven. Een ander bekend voorbeeld van zelfuitgave uit de entertainmentindustrie is de Amerikaanse cabaretier Louis CK. Hij zette zijn stand-up show Live at the Beacon Theatre voor 5 dollar te koop op zijn website, daarmee de normale media omzeilend. Promotie bestond grotendeels uit online mond-tot-mondreclame. Zo begon hij bijvoorbeeld een IAmA (een soort online vraag-antwoordsessie) op de populaire site Reddit, waar het al snel bovenaan de frontpage kwam te staan. Het experiment werd een groot succes, en op 21 december 2011 (12 dagen nadat de show online kwam) was het binnengehaalde bedrag de 1 miljoen dollargepasseerd. En dit alles door de mogelijkheden van de digitale samenleving.

Verhalende mogelijkheden
Er zijn niet alleen mogelijkheden op het gebied van distributie. De invloed van de digitalisering is ook te merken bij manieren waarop verhalen worden verteld, en dan met name de journalistiek. De aard van journalistiek wordt steeds interactiever. Een goed voorbeeld is het datajournalistieke initiatief 18 Days in Egypt. Het heeft te maken met de revolutie van 2011 in Egypte, en al het gene dat zich daarna afspeelde en nu nog afspeelt. De website is een interactieve, collaboratieve documentaire waarop mensen de revolutie konden verslaan door hun eigen video’s, foto’s en sociale media uitingen te uploaden. Op die manier kan men een authentiek beeld vormen van de situatie in Egypte. Een duidelijker voorbeeld van de 3.0 samenleving is er bijna niet. Hieronder spreekt één van de oprichters van 18 Days in Egypt over het project: 



Conclusie
We kunnen concluderen dat de digitale samenleving veel mogelijkheden biedt wat betreft beeldcultuur. Het zorgt voor een verminderde afhankelijkheid van grote corporaties zoals platenlabels en een grotere kracht voor communities en de individuen daarbinnen. Dit heeft duidelijke gevolgen voor processen als distributie en productie en de manier waarop verhalen verteld worden. Mijns inziens is wat we nu zien slechts het topje van de ijsberg, en ik denk dan ook dat we in de toekomst nog veel meer 3.0 situaties zullen tegenkomen.

Referenties 
  • 18 Days in Egypt (2011). You witnissed it, you recorded it. Now let's write our country's history. [Webpagina]. Geraadpleegd op: http://beta.18daysinegypt.com/
  • Van den Hoff, R. (2011). Society 3.0: 52. [Afbeelding].
  • Van Driel, H. (2012, 29 oktober). Hoorcollege Beeldcultuur.  

zondag 18 november 2012

De relatie tussen beeld en werkelijkheid


De filmposter van 127 Hours.
Film is een medium waarmee verhalen in beeld gebracht worden. Deze verhalen kunnen een bepaalde verbeelding van de werkelijkheid zijn. Deze blog gaat over deze relatie tussen beeld en werkelijkheid.

Hans van Driel behandelde de relatie tussen beeld en werkelijkheid in het college Beeldcultuur van 12 november. Hij stelde dat er drie soorten relaties zijn: representatief, interactief en onvoorstelbaar/onbeslist. Deze opvatting is onder andere gebaseerd op theorie van C.S. Peirce. Zijn driehoekschema komt hierbij dan ook weer terug.

Representatieve relatie
Ten eerste de representatieve relatie. In dit geval brengt werkelijkheid het beeld voort. De werkelijkheid was er eerst, daarna kwam het beeld als representatie hiervan (Van Driel & Coumans, 2005). Films over waargebeurde verhalen zijn hier een goed voorbeeld van. Zo is er de film 127 Hours over een bergbeklimmer die tijdens een tocht met zijn arm onder een rots bekneld raakt. Het is een verbeelding van een gebeurtenis in het leven van Aron Ralston, die in april 2003 daadwerkelijk noodgedwongen zijn arm moest amputeren. De feitelijke authenticiteit wordt benadrukt door Ralston, die in dit interview zegt: “The movie is so factually accurate it is as close to a documentary as you can get and still be a drama,”. De situatie van representatie kan weergegeven worden in het schema van Peirce (zie figuur 1).

Figuur 1: de situatie van representatie.

Interactieve relatie
Ten tweede is er de interactieve relatie tussen beeld en werkelijkheid. Hierbij beïnvloedt het beeld de werkelijkheid. Het wordt ook wel het journalistieke beeld genoemd, aangezien er met name veel voorbeelden hiervan uit de wereld van de journalistiek komen. In deze gevallen zou de geschiedenis anders zijn verlopen zonder het beeld. In blog 4 voerde ik een semiotische analyse uit op een foto van een Vietnamese monnik die zichzelf in brand had gezet. Hierbij behandelde ik het feit dat de foto een grote mate van invloed had op de stand van zaken in Vietnam. Ik schreef: “De daad van Đức zorgde voor een flinke deuk in de reputatie van president Diệm, wat uiteindelijk leidde tot opstanden en de moord op Diệm. Dit is een goed voorbeeld van een situatie waarin het beeld invloed heeft gehad op de werkelijkheid.” In figuur 2 staat de situatie van interactie weergegeven.

Figuur 2: de situatie van interactie.

Onvoorstelbare/onbesliste relatie
Als derde is er de onvoorstelbare of onbesliste relatie. Hierbij lijkt de relatie tussen beeld en werkelijkheid te zijn opgeheven (Van Driel & Coumans, 2005). Het kan komen doordat de werkelijkheid zo complex is dat het geen beelden toestaat. Dit is bijvoorbeeld zo bij grote trauma’s als de Holocaust. In dit geval is er sprake van een onvoorstelbare relatie. Van Driel en Coumans stellen dat er twee overtuigingen een rol spelen: “niet iedere werkelijkheid is kenbaar en niet iedere werkelijkheid mag gekend worden.” Als dit zo is dan ontbreekt het teken in het schema van Peirce, omdat dit de manier is waarmee kennis over de werkelijkheid verworven wordt. Het schema ziet er dan uit als figuur 3. 

Figuur 3: de situatie van onvoorstelbaarheid.

Daarnaast kun je bij sommige beelden niet uit maken of de beelden gefundeerd zijn in de werkelijkheid. In deze situatie is het een onbesliste relatie. Het beeld zou dan de werkelijkheid overbodig maken, waardoor ze samen vallen. Het schema van Peirce ziet eruit als figuur 4.

Figuur 4: de situatie van onbeslistheid.

Referenties: 
  • Van Driel, H. (2012, 29 oktober). Hoorcollege Beeldcultuur. 
  • Van Driel, H., & Coumans, A. (2005). Het onvoorstelbare: de werkelijkheid van het beeld. Over Der Untergang en het beeld van de holocaust. In: H. van Lierop & P. Mooren (Eds.), De Tweede Wereldoorlog als moreel ijkpunt. Den Haag: Biblion.