zondag 18 november 2012

De relatie tussen beeld en werkelijkheid


De filmposter van 127 Hours.
Film is een medium waarmee verhalen in beeld gebracht worden. Deze verhalen kunnen een bepaalde verbeelding van de werkelijkheid zijn. Deze blog gaat over deze relatie tussen beeld en werkelijkheid.

Hans van Driel behandelde de relatie tussen beeld en werkelijkheid in het college Beeldcultuur van 12 november. Hij stelde dat er drie soorten relaties zijn: representatief, interactief en onvoorstelbaar/onbeslist. Deze opvatting is onder andere gebaseerd op theorie van C.S. Peirce. Zijn driehoekschema komt hierbij dan ook weer terug.

Representatieve relatie
Ten eerste de representatieve relatie. In dit geval brengt werkelijkheid het beeld voort. De werkelijkheid was er eerst, daarna kwam het beeld als representatie hiervan (Van Driel & Coumans, 2005). Films over waargebeurde verhalen zijn hier een goed voorbeeld van. Zo is er de film 127 Hours over een bergbeklimmer die tijdens een tocht met zijn arm onder een rots bekneld raakt. Het is een verbeelding van een gebeurtenis in het leven van Aron Ralston, die in april 2003 daadwerkelijk noodgedwongen zijn arm moest amputeren. De feitelijke authenticiteit wordt benadrukt door Ralston, die in dit interview zegt: “The movie is so factually accurate it is as close to a documentary as you can get and still be a drama,”. De situatie van representatie kan weergegeven worden in het schema van Peirce (zie figuur 1).

Figuur 1: de situatie van representatie.

Interactieve relatie
Ten tweede is er de interactieve relatie tussen beeld en werkelijkheid. Hierbij beïnvloedt het beeld de werkelijkheid. Het wordt ook wel het journalistieke beeld genoemd, aangezien er met name veel voorbeelden hiervan uit de wereld van de journalistiek komen. In deze gevallen zou de geschiedenis anders zijn verlopen zonder het beeld. In blog 4 voerde ik een semiotische analyse uit op een foto van een Vietnamese monnik die zichzelf in brand had gezet. Hierbij behandelde ik het feit dat de foto een grote mate van invloed had op de stand van zaken in Vietnam. Ik schreef: “De daad van Đức zorgde voor een flinke deuk in de reputatie van president Diệm, wat uiteindelijk leidde tot opstanden en de moord op Diệm. Dit is een goed voorbeeld van een situatie waarin het beeld invloed heeft gehad op de werkelijkheid.” In figuur 2 staat de situatie van interactie weergegeven.

Figuur 2: de situatie van interactie.

Onvoorstelbare/onbesliste relatie
Als derde is er de onvoorstelbare of onbesliste relatie. Hierbij lijkt de relatie tussen beeld en werkelijkheid te zijn opgeheven (Van Driel & Coumans, 2005). Het kan komen doordat de werkelijkheid zo complex is dat het geen beelden toestaat. Dit is bijvoorbeeld zo bij grote trauma’s als de Holocaust. In dit geval is er sprake van een onvoorstelbare relatie. Van Driel en Coumans stellen dat er twee overtuigingen een rol spelen: “niet iedere werkelijkheid is kenbaar en niet iedere werkelijkheid mag gekend worden.” Als dit zo is dan ontbreekt het teken in het schema van Peirce, omdat dit de manier is waarmee kennis over de werkelijkheid verworven wordt. Het schema ziet er dan uit als figuur 3. 

Figuur 3: de situatie van onvoorstelbaarheid.

Daarnaast kun je bij sommige beelden niet uit maken of de beelden gefundeerd zijn in de werkelijkheid. In deze situatie is het een onbesliste relatie. Het beeld zou dan de werkelijkheid overbodig maken, waardoor ze samen vallen. Het schema van Peirce ziet eruit als figuur 4.

Figuur 4: de situatie van onbeslistheid.

Referenties: 
  • Van Driel, H. (2012, 29 oktober). Hoorcollege Beeldcultuur. 
  • Van Driel, H., & Coumans, A. (2005). Het onvoorstelbare: de werkelijkheid van het beeld. Over Der Untergang en het beeld van de holocaust. In: H. van Lierop & P. Mooren (Eds.), De Tweede Wereldoorlog als moreel ijkpunt. Den Haag: Biblion.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten